Op 7 oktober werd Antwerpen gebombardeerd en toen kwam de
grote stroom vluchtelingen op gang. De schattingen lopen uiteen maar algemeen
wordt aangenomen dat er meer dan 1.000.000 vluchtelingen in Nederland aanwezig
waren. Deze vluchtelingen konden, ook om militaire redenen niet in de
grensprovincies blijven en werden daarom over geheel Nederland verspreid.
Op vrijdag 9 oktober kreeg het provinciaal Comité van
Groningen bericht dat een trein kon worden verwacht met 2.000 vluchtelingen.
Men vergaderde onder leiding van de Commissaris der Koningin en besloot
tijdelijke vluchtoorden in te richten in de stad Groningen. Hiertoe werden
uitgezocht:
- De Dresseerschool
- De gymnastiekschool der gemeente in de Parklaan met het
Sophiahuis
- Fongers Rijwielfabriek
- De gymnastiekschool der gemeente in de Violenstraat
In de grote zaal van de Vereniging De Harmonie kon het
middagmaal worden gebruikt; het eten werd gereedgemaakt in Het Soephuis. Ook
werd een Comité van Dames benoemd om de Belgische gasten aan tafel te bedienen.
Er werd nog meer geld ingezameld; het beschikbare bedrag steeg tot ongeveer f
25.000.- Inmiddels was ook een Comité van Huisvesting opgericht en vele
particulieren boden aan Belgen in huis op te nemen, gratis of tegen een kleine
vergoeding (het motto was liefdadigheid - geen kostwinning). De stad werd
daartoe verdeeld in 12 kluften.Toen bericht werd ontvangen dat Belgische en
andere vluchtelingen naar Groningen zouden komen werden er advertenties
geplaatst om betaalde en onbetaalde logies te vinden. Er kwamen ruim 300
aanbiedingen binnen voor gratis logies en bijna 300 voor huisvesting tegen
vergoeding. In de vluchtoorden werd onderzoek ingesteld wie in Groningen
moesten blijven en wie in de provincie konden worden ondergebracht. Per
kaartsysteem werd geregeld welke gastgezinnen voor vergoeding in aanmerking
kwamen; deze vergoeding was per week voor een man
f 4.-; voor een vrouw f 3,50 en voor een kind van 10 t/m 14
jaar f 2,80; voor een kind van 5 t/m 9 jaar f 2,10 en voor een kind jonger dan
5 jaar f 1,- Soms moest iets extra’s worden uitgekeerd, bijvoorbeeld in verband
met versterkende middelen of ‘omdat de levensstandaard van de vluchtelingen
iets boven het gemiddelde lag’.
Bron
http://www.wereldoorlog1418.nl/vluchtelingen/verslag-groningen.htm
Mijn opa, Jacob Woudsma, heeft bij hem thuis ook
vluchtelingen opgenomen, die hij in 1920 met zijn vrouw in België is op gaan
zoeken.
Daarvoor had hij een paspoort nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten