zaterdag 20 april 2019

Eeuwenoude grafzuil in ere hersteld

NIJEHOLTWOLDE - Ruim 210 jaar na haar overlijden, stond Wobbigje Jelles uit Nijeholtwolde zaterdag weer even volop in de belangstelling. De bijzondere zuil die haar laatste rustplaats op het kerkhofje van Nijeholtwolde werd die middag, na een grondige restauratie, onthuld door haar rechtstreekse nazaten Sjoukje Woudsma uit Ter Idzard en Joke Gouma uit Steenwijk.
Bonne Speerstra, de beheerder van de begraafplaats, achterhaalde in de afgelopen maanden de geschiedenis van het leven van Wobbigje. De opvallende zuil, midden op het kleine kerkhof, waarvan de letters half waren vervaagd, intrigeerde hem dermate dat hij besloot de zoektocht te starten. Met dank aan de hulp van Roel en Geertrui Schelhaas, die een diepgravend genealogisch onderzoek startten en Eelco Breitsma, de zoon van Sjoukje Woudsma, kwam het indrukwekkende levensverhaal van Wobbigje boven tafel. Wobbigje overleed na twee huwelijken op 37-jarige leeftijd. Dit was deels nog op de zuil te lezen. Grafrestaurateur Hendrik Heerschop uit Ysbrechtum herstelde de zuil op ambachtelijke wijze en maakte het als nieuw. Sjoukje en Joke onthulden de hernieuwde grafsteen onder toeziend oog van zo´n 25 belangstellenden. ´Heel bijzonder, zoiets maak je niet weer mee´, zegt Sjoukje Woudsma na afloop. Als inwoonster van Ter Idzard komt ze regelmatig op het kerkhofje. Sinds de zoektocht van Speerstra kent nu een deel van haar omvangrijke familiegeschiedenis. ´Ik vind het geweldig hoe dit is opgepakt´, zegt ze. ´Eigenlijk moeten grote instanties zulke zaken eens wat meer oppakken. Alles wat hier gebeurt, het onderhoud en dergelijke, wordt gedaan door vrijwilligers. Zelf kun je alleen zo weinig. Dit is historisch gezien zo´n bijzonder plekje. Dat verdient meer.´ Lees meer in de Stellingwerf van 1 oktober

Bron   https://www.stellingwerf.nl/nieuws/kleine-dorpen/198200/eeuwenoude-grafzuil-in-ere-hersteld.html

Friese militairen onder Napoleon

Friese militairen onder Napoleon
Bron: Militairen 1795-1815Soort registratie: Militairen 1795-1815 inschrijving(Akte)datum: 1815
Bijzonderheden:
Woudsma, Hendrik Taekes, geb. 1791, wonende te Nijeholtwolde, zoon van Taeke Hendriks Woudsma en Wobbechie Jelles; tr. Weststellingwef (mairie Wolvega) 18.03.1813 Trijntje Martens Sekema loteling 1811 mairie Wolvega; plaatsvervanger Roel Minderts Nicolay, dagloner te Wolvega Bronnen: Tresoar toegang 8/4064.370; Raf Wolvega fol. 6v; BS Weststellingwerf (mairie Wolvega) huw. akte 1813 nr. 2

Soldaten leger Napoleon
Nicolay, Roel Minderts dagloner, geb. Oudega (Sm.)
30.03.1790, wonende te Wolvega, zoon van Mindert Roels,
overleden en Wytske Jans Bos
lichting 1810 mairie Oudega (Sm.) plaatsvervanger voor
Hendrik Taekes Woudsma (geb. 1791) te Nijeholtwolde;
07.12.1812 soldaat 125e reg. inf. onder nr. 5132, 5e bat., 2e
comp.; wordt november 1813 en eind 1814 vermist; 14.12.1812
in het hospitaal en 23.03.1813 afgeschreven; zijn laatste
bericht was van 17.07.1813 uit Mentz (Mainz); bij aanneming
familienaam 21 jaar en woont dan te Oudega nr. 102;
aangenomen niet teruggekeerd
Bronnen: Tresoar Coll. Visser; toegang 8/4064.370; toegang
16/161 mairie Oudega (Sm.); nr. 146 op de lijst vermistentoegang 11 inv.nr. 6510 nr. 22; Raf Oudega (Sm.) fol.102 en111.

zondag 2 december 2018

Coendersweg

1940 Coendersweg 82a  1946 Coendersweg 96


De Coendersweg ontleent zijn naam aan Jonker Derk Coenders, bewoner van de vroegere Coendersborg in Helpman.

We verhuizen naar de Coendersweg in 1939. Enige tijd later zal de 2e wereldoorlog uitbreken. De Coendersweg-Troelstralaan is van oorsprong een zandweg naar de Coendersborg met naar links (Savornin Lohmanlaan ) de uitspanning “Landlust” en tennispark Vorenkamp. Zie "Het verhaal van groningen"
Rechts langs groentetuinen en zomerhuisjes de boerderij van de fam.Hartsema op het gedeelte waar de Coendersborg heeft gestaan tot begin 18e eeuw.De Coendersborg is een borg van de familie Coenders. Het geslacht Coenders heeft eeuwenlang een zeer belangrijke rol gespeeld in zowel de stad als de provincie. Sinds 1472 komen er uit dit geslacht, dat verscheidenen borgen liet bouwen, diverse burgemeesters en andere hoge ambtenaren voort. De hoofdresidentie van de familie bevond zich op de plaats waar nu een restaurant staat, omgeven  door de resten van de oude gracht. Vervolgens de wandelpaden tot aan de begraafplaats Esserveld, waar ik op 22 april 1964 bij de begrafenis ben geweest van mijn opa Jacob Woudsma, waar ik naar genoemd ben. In de “slotgracht” van de Coendersborg na de oorlog spelevaren op een vlot van grote biscuitblikken afkomstig van de Canadezen en in de onmiddellijke omgeving vinden we nog de '(klooster)stenen' van de borg. Even verderop de gemeentelijke sportvelden waarop schoolvoetbal van de HBS. Ik gaf de voorkeur keeper te zijn om een begrijpelijke reden!
Rechtdoor de Kooiweg langs groentetuinen, voetbalveld van Oranje Nassau en de Zuidema - hoeve van de Vereniging Zwakzinnigenzorg, naar de “3-sporen”. (spoorwegen richting het Westen, Nieuwe Schans en het vroegere Woltjer Spoor naar Delfzijl).In de periode 1920-1925 werd in Helpman gebouwd aan de oostkant van de Verl.Heereweg, Helperbrink en delen van de Coendersweg, het laatste stuk is omstreeks 1930 klaar en wel aan de Noordzijde tegenover de bestaande bebouwing van voor 1900.Op dit gedeelte woonden eerst op Nr. 82a, een bovenwoning met een voor- en achterkamer (schuifdeuren) en op de tweede verdieping 2 slaapkamers voor, het duivenhok(!) achter en het kolenhok.

Het konijnenhok met 2 konijnen op het achterbalkon Coendersweg 82a. 
Links op de achtergrond Huize Groenestein en het openbare park Groenesteinbos. Rechts de bekabeling van de “Centrale Radio”, waarop een aantal radiozenders te beluisteren waren via een luidspreker. 

Wij hadden later na de oorlog een radiotoestel in de voorkamer. In de oorlog moesten alle radio’s worden ingeleverd. Later na de 2e wereldoorlog 1946 verhuisden we naar een benedenwoning Nr.96, het laatste huis naast de school, zodat pa een duivenhok in de achtertuin kreeg met een tweede duivenhok in een gedeelte van de schuur voor het “weduwe”-vliegen.
Aan het eind van de Coendersweg bevindt zich nog altijd de lagere school: de openbare school ‘Nr. 14’ gebouwd in 1928 met de naam Coendersschool. Momenteel genaamd OBS Joseph Haydn (Haydnlaan 102)

(Uit de collectie van RHC Groninger Archieven.)

mijn kamer Coendersweg 96

Rond de school de groentekwekerij van Brookman. Belangwekkend is de wijze van bemesting van de akkers door middel van “drek” bestaande uit de inhoud van de toiletemmers uit de oorspronkelijke woningen van de Coendersweg, welke nog niet op het riool waren aangesloten en gebruik maken van het ‘huuske’ achter in de tuin. Rechts naast de school de "Lighallen" Rustlust. (vanaf 1921)

(Uit de collectie van RHC Groninger Archieven)
 
30-09-1930

Op straat
Mijn buurjongens zijn mijn speelkameraden, zoals Kees Simons, Joop en Bob Smit, Henk en Jannes Schaaphok en Jenne Meinema. Jenne is later een bekende jazz-musicus op de saxofoon geworden. Aan de overkant wonen de jongens van Mulder. Ze ruiken armoedig en hebben vlooien. Bezigheden zoals op de stoep rondhangen en een schoenveter in brand steken met een vergrootglas. Achter de huizen loopt een brandgang, grenzend aan de autoboxen van het garagebedrijf Doornbosch en een onbebouwd terrein tot aan de groentetuinen, alwaar er werd gevoetbald, oorlogje gespeeld en daartoe tunnels gegraven (loopgraven) Dit gedeelte werd ook wel “achter de huizen” genoemd. De 2’-wereldoorlog was ons voorbeeld en later de bevrijding door de Canadezen. Verder had ik het druk met de duiven, pa had vaak nachtdienst bij het Spoor en sliep overdag zodat het schoonmaken van het duivenhok incl. het voederen tot één van mijn taken behoorde. Achter de huizen tot aan de weilanden waren de groentetuinen voor de omwonenden. Pa had ook een lap grond met groenten en aardappelen. (bemest met duivenmest). De eerste tuin naast de school was van Kuipers met een kennel Duitse Herdershonden: ik hoor ze nog blaffen!

De groentetuinen. (Gefotografeerd vanaf Coendersweg 96 achterbalkon)

Vrienden
 21-06-1927

Een speciale vriend vanaf de lagere school was Sieger van de Akker van de Troelstralaan. Later uit het oog verloren door verhuizing naar Utrecht, omdat zijn vader (Hoogleraar in de Diergeneeskunde) daar ging werken. Met hem via de groentekwekerij van Brookman, gelegen rond de school, de grazige weiden op van het landgoed Groenestein naar de “eendenkooi” bij Haren via Essen, of via de Kooiweg naar de 3-sporen, of de wandelpaden langs de Coendersborg.
Hier en daar bouwden we hutten met geheime opbergplaatsen. In dit kader valt het tennispark Vorenkamp te vermelden, aansluitend de Kooiweg en de wandelpaden naar de Esserweg via de Coendersborg, het vroegere stamslot van het geslacht Coenders. Tot in de jaren zestig een boerderij van de familie Hartsema. Later in de HBS- en HTS-tijd schoolvrienden, zoals Frits Vegter (ook van de Coendersweg en vanaf de lagere school) Op schoolfeesten maakten we foto’s, die we zelf ontwikkelden en afdrukten met de contact-afdruk methode m.b.v. een schemerlamp. Dit alles in het donker op zolder met een geel gekleurde lamp. Joop Postma en Paul Gillich, beide afkomstig uit Indië , woonden in de stad (Gorechtkade buurt) en waren HBS klasgenoten: we maakten samen huiswerk.
Laat ik Wessel Dijkstra (van Nr.94a) niet vergeten (van Gereformeerde huize). Met hem lange wandelingen achter Voorenkamp en de Kooiweg. Op vrijdagavond naar de Martinikerk, alwaar “Avondmuziek” ten gehore werd gebracht middels orgel, koor en zang. Omstreeks die tijd bezocht ik in het winterseizoen concerten gehouden door her Noordelijk Filharmonisch Orkest in de “Harmonie” in de Kijk in ‘t Jatstraat: de toonkunst beminnende en was lid van de openbare bibliotheek, toen nog aan de Vismarkt vlakbij het “Koude Gat”.
Zo heb ik mijn jeugd doorgebracht en een aantal scholen: de lagere (openbare) school naast ons huis, de dalton- HBS aan de Helperbrink en ‘last but not least’ de MTS chemische technologie (later HTS) in de stad.
In de vakanties werken bij de Spoorwegen op het station in de stad: het laden van fietsen van vakantiegangers in de goederenwagons, bagage zoals koffers met de elektrische bagagewagen naar de treinen brengen en vroeg in de morgen gist uitladen voor de bakkers in de stad. Het geld heb ik o.a. besteed aan een nieuwe fiets, merk Raleight van f.250.-

Hobby’s (of liefhebberijen)
Zoals naast het kolenhok (tegen het huis in de tuin) het inrichten van een heel klein schuurtje als een soortement laboratorium.
Zoals met klei allerlei dingen bakken in de kachel en het inrichten en houden van een tropisch aquarium met vissen zoals guppy’s, blackmollies, tetra’s, neonvisjes, maanvissen enz. Ten slotte het bouwen van radio’s: in het begin op houten plankjes (kristalontvangers), later op een aluminium chassis met radiolampen.

Sporten
Ik ben geen liefhebber van “gymnastiekles” en ook niet van “schoolvoetbal” op de gemeentelijke sportvelden gelegen bij de wandelpaden. Zwemmen en atletiek wel: ik was lid van de sportvereniging Ned. Spoorwegen Groningen.

Familie contacten 
Een aantal neven en nichten komen in mijn herinneringen voorbij.
Jantje van tante Annie en oom Albert (Appie) Woudsma uit de Helperweststraat: ik kom daar nog op terug in het hoofdstuk vakanties.
Luitje en Elly van tante Dina en oom Drewes de Raad, Sportterreinstraat Hoogezand: ik kom daar nog op terug in het hoofdstuk 1940-1945.
Barteld en Jantje van tante Jeltje en oom Jan Lubbers uit de Oosterpoort in de stad. Met Barteld rookte ik vaak een sigaretje, terwijl we op weg waren met de trein naar tante Klaasje en oom Geert Woudsma en onze neven Jaap en Gerard wonende boven het station Wildervank.
Luitje en Etty van tante Aaltje en oom Albert Boon, wonende Gerbrand Bakkerstraat in de stad.

Boodschappen en mijn moeder
Nog een woord over het halen van de boodschappen in die tijd. Een aantal zaken kwam aan de deur zoals de melkboer Vrieling uit Haren. In de schoolvakanties hielp ik hem mee voor een paar gulden de pannen te vullen met melk, karnemelk en “soepenbrij”. Elke week ging ik naar Oom Henk voor de vleesproducten. Oom Henk had een slagerij: hoek Zuiderdiep/ Stationstraat te Groningen. Mevr. Bakker van de overkant was onze naaister. Voor een oude mevrouw uit de Kerkstraat deed mijn moeder “de was”. Deze mevrouw woonde in een flat, welke zijn gebouwd op een plaats waar voordien een “Hertenkamp” was in Helpman, naast de toenmalige bierbrouwerij Barbarossa in de Kerkstraat.
de was

De Kerkstraat loopt van de Heereweg naar de Coendersweg waar het Ned. Hervormd kerkje staat:Helperkerkje. Mijn moeder was lid van de Ned. Hervormde kerk en had een vaste plaats links voor in de kerk aangegeven met een klein geëmailleerd naamplaatje: A.Woudsma-de Raad. Ze was tevens penningmeester van de vrouwenvereniging (in het zaaltje achter de kerk, alwaar ook de Zondagschool) Mevr. Klooster was toen de voorzitter van de vereniging.
Helperkerk

Emmastraat

23-12-1937 Emmastraat 1a Helpman (aan de andere kant van de Verl.Heereweg) genoemd naar koningin moeder Emma.


We verhuizen naar de andere kant van de Verlengde Heereweg: een hele vooruitgang Emmastraat 1a!
Ik ben 5 jaar en leer fietsen. Mijn buurmeisje heet Annie Raatjes en woont beneden ons. Haar vader heeft een schoenmakerij in een schuurtje achter het huis. Er zijn herinneringen over de omgeving en het huis. Het huis heeft een binnentrap naar boven en een grote trap naar de zolder, alwaar de postduiven. Voorkamer met erker (een uitgebouwd gedeelte) - tussenslaapkamer - achterkamer en een naaikamertje. Op het achterbalkon kijken we uit op het RK-Ziekenhuis, alwaar mijn keelamandelen zijn geknipt, met als resultaat een houten trein en 14 dagen pudding.

 
Op de hoek met de Verl.Heereweg aan de ene kant de winkel van vishandel Bulk en de andere kant groentezaak Suërs. Verder schoenmaker Theodorie, kruidenier Struik, Electro Technisch Bureau 'Helpman' Meekma, bakker Scheeringa (nr. 22), kapper Hut en kapper Boonstra, naast sigarenwinkel van Fokkens. Tegenover ons de comestibleszaak Delhaas. Kolen voor de kachel werden bezorgd door “Dijkema en Camphuis” na bestelling bij de 2 zusters, die kantoor hielden in het pand naast Bulk aan de Verl. Heereweg.

 
Emmastraat achterkant in latere jaren




zaterdag 30 december 2017

De hoedenwinkel van Knorringa


Willemke ROZEMA (1911-1979 Helpman-Groningen)was hoedenverkoopster bij de hoedenzaak van Knorringa Herestraat 2 in Groningen.

Telefoongids van Nederland 1950: Knorringa, Ph. D.hoeden en pelt., Herestr.2 Groningen.

Knorringa was van joodse afkomst, geboren in Uithuizen.
Groninger Archieven -Burgerlijke stand -Huwelijk Gemeente: Groningen
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 451
Datum: 30-06-1920
Bruidegom: Philippus Knorringa Geboorteplaats bruidegom: Uithuizen
Bruid: Betje Druijf Geboorteplaats bruid: Groningen   26 juni 1900
Vader bruidegom: Mozes Knorringa
Moeder bruidegom: Helena Bendiks
Vader bruid: Leman Alexander Druijf
Moeder bruid: Sara Rosenberg
Nadere informatie: beroep bruidegom: koopman; beroep vader bruidegom.: veehandelaar; beroep vader bruid: koopman; bruidegom 28 jaar; bruid 20 jaar

Gezin Knorringa
Situatie in juni 1941
Groningen, 20 juni 1900   
 Mildam,  12 maart 1944   
Echtgenote
Groningen, 25 maart 1921   
Auschwitz, 19 november 1942   
Dochter
Echtgenoot heeft de oorlog overleefd

Geschiedenis Uithuizen
In 1620 gaat het gerucht dat zich joden in Uithuizen, een dorp in het noord-oosten van de provincie, willen vestigen. Evenals elders probeerde ook hier de hervormde kerk dit tegen te gaan. Hoe het ook zij, veel joden heeft het kleine dorp nooit geteld. Pas in 1738 is er sprake van een tweetal joodse families, die zich bezig hielden met de verkoop van vee en vlees. Zowel in het aantal joden dat het dorp telde als in wijze waarop zij in hun onderhoud voorzagen, trad in de loop van de 19e en 20ste eeuw weinig verandering op.
De joden in het dorp maakten tot 1821 deel uit van de Joodse Gemeente Stedum. Daarna behoorde ze tot de Joodse Gemeente Appingedam. In 1880 en 1890 werden pogingen ondernomen om tot de stichting van een Joodse Gemeente te komen. Door onderlinge verdeeldheid kreeg dit streven geen gevolg.
In 1887 verkreeg men de status van 'bijkerk', maar bleef organisatorisch verbonden met Appingedam.

Yad Vashem voor beschermers Knorringa
21 feb 2005 | In een slaapkamertje in het kleine huis van de familie Haak in het Groningse Thesinge overleefde de joodse onderduiker Philippus Knorringa de oorlog. Zijn aanwezigheid bleef zelfs voor de zes kinderen grotendeels verborgen. Voor de hulp aan Knorringa heeft het echtpaar Haak in Bedum postuum een Yad Vashem-onderscheiding gekregen.
Als christenen putten Willem en Antje Haak uit hun geloof de moed om Knorringa, eigenaar van een hoedenzaak in Groningen, onderdak te verlenen, aldus de aanvraag voor de onderscheiding. De joodse man verbleef van eind 1942 tot de bevrijding in 1945 bij de familie Haak.
Alleen 's avonds, als de kinderen naar bed waren, mocht Knorringa zijn afgesloten slaapkamer verlaten. Opdat de kinderen hem niet in de keuken hoorden praten, mochten zij van hun ouders in bed luid zingen.
Alleen de oudste dochter Hennie ving eens door het raam een glimp van de onderduiker op. Zij begreep intuïtief dat het een jood was. Haar ouders vertelden haar dat in het kamertje een ziek konijn zat dat gevaarlijk was voor de kinderen. Hennie wist beter, maar heeft steeds haar mond gehouden.
Knorringa en zijn vrouw waren door het verzet tijdens een brandstofleverantie uit het doorgangskamp Westerbork gesmokkeld. Hun dochter wilde haar verloofde niet in de steek laten. Zij werd naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij eind 1942 werd vergast. De vrouw van Knorringa was ondergedoken in Baflo. Zij kon de onderduiksituatie en de scheiding van man en kind echter niet verdragen en verdronk zichzelf.
Met de Yad Vashem-onderscheiding eert de staat Israël niet-joden die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet voor het redden van joden. Zij krijgen de eretitel Rechtvaardigen onder de Volkeren. Het Yad Vashem Instituut in Jeruzalem heeft sinds 1953 bijna 20.000 mannen en vrouwen, onder wie bijna 4600 Nederlanders, die onderscheiding toegekend.
Bron: ANP


Hoedenzaak van Knorringa  Herestraat 2 in Groningen.


Atjeh

Luitje de Raad in Atjeh - Korps Mariniers

1 - Certificaat van Goed Gedrag Hellevoetsluis



Luitje de Raad, grootvader (moederskant) van de samensteller Jacob Woudsma van onderhavige genealogie, is aanvankelijk schipper en stamt van een familie af van turfschippers. Zijn vader Hendrik de Raad is tot 1880 binnenvaarder en daarna arbeider, pakhuisknecht en werkman. Luitje is in 1893 nog schipper, terwijl hij in dienst gaat (07-02-1893) als Marinier 3' klasse voor 6 jaar met een premie van f.140.-
Bevordering tot Marinier 2' klasse op 1 Jan.1895. Als enige wettige zoon is hij vrijgeloot van de normale dienst voor de gemeente Groningen, lichting 1892 loting nr.247. Op 16-04-1894 voorlezing van de krijgsartikelen en verstaan, onder stamboeknummer 18086, aan boord H.M. Wachtschip Prins van Oranje liggende te Hellevoetsluis.(Certificaat van Goed Gedrag Hellevoetsluis 1 April 1895) en ontscheept 16 Okt.’95. (Bij de Marine werden buiten dienst gestelde schepen dikwijls als logies gebruikt: "wachtschip")
In dienst (07-02-1893)
01-02-1896 Met de SS Merapi naar Batavia
 23-02-1896 Binnen de Noordelijke Keerkring
 12-03-1896 In Oost-Indië gekomen. Geënrolleerd aan boord H.M. Gedeh op nr. 427
 07-04-1896 Overgeplaatst op H.M. Tromp (fregat) op nr. 513
-------------------------------------------------------------------------------- Veldtochten
 1. 05-06-1896 Deelgenomen aan ene landing tegen Kampong Lambaroe (Lompagger)
 2. 23-06-1896 Van 7u vm. tot 4u nm. het strandbivak bezet bij Kampong Ladoeng
 3. 13-08-1896 Deelgenomen aan de landing te Lohong
 --------------------------------------------------------------------------------
 07-09-1896 Over op flott.vaartuig H.M. Flores op nr. 108
 10-06-1897 Aan boord H.M. Wachtschip Bromo op nr. 484
 01-08-1897 Geënrolleerd aan boord Wachtschip Gedeh op nr. 698
 24-11-1897 Naar hospitaal te Weltevreden; verlaten 14-12-1897
 23-01-1898 Bevorderd tot scherpschutter
 13-05-1898 Overgeplaatst op H.M. Prins Hendrik der Nederlanden op nr. 374
 15-03-1899 Over op H.M. fregat Atjeh op nr. 370
27-03-1899 Oost-Indië verlaten
 17-04-1899 Buiten de Z. keerkring
 01-06-1899 Binnen de Z. keerkring
 10-06-1899 Buiten de N. keerkring
 14-08-1899 In Nederland aangekomen

(14-07-1899 Gestraft met 1 dag inhouding gehele soldij)
 30-08-1899 Naar het korps terug
 23-02-1900 Geënrolleerd aan boord H.M. Neptunus op nr. 160
 30-06-1900 Ontscheept en terug naar het korps

2 - Paspoort


3 - Zakboekje Luitje de Raad




4 - Binnenkomst van Hr Ms FREGAT Atjeh op 14 aug. 1899 Den Helder



Einde diensttijd 07-02-1901 

donderdag 28 december 2017

Helperweststraat

Helperweststraat




Stadsplattegrond uit ca. 1925

Geschiedenis
Over de geschiedenis van Helpman is geschreven door Kees van der Hoef en Anton Kubbenga in Fotoboek Helpman, (Helpman, 1991)en door Frans E. Banga Fotoboek Helpman-Eens een buurtschap onder Haren (Groningen 2003) Hieronder een beknopte schets uit de historie van Helpman.

Uitbreiding van Groningen
De gemeentegrens van Groningen schoof in 1884 op naar het Helperdiep met de natte brug. Helpman ontwikkelde zich verder door het groeiende inwoneraantal in Groningen, het verbeterde openbaar vervoer met de komst van de elektrische tram en de toename van de industrie. In 1915 raakte Haren Helpman kwijt aan de gemeente Groningen. De gemeentegrens schoof op tot aan de Esserweg Toen in 1902 de Woningwet tot stand kwam was daarmee de basis gelegd voor een grotere overheidsbemoeienis met de woningbouw en vooral de sociale woningbouw. Ir. Mulock Houwer werd in 1900 directeur van de dienst Gemeentewerken van Groningen. Hij kreeg als opdracht een algemeen uitbreidingsplan te maken voor de stad Groningen. In 1906 werd zijn plan definitief vastgesteld en opvallend daarbij was dat de vestiging van handel en industrie voorop stond. Als voor handel en industrie de juiste voorwaarden waren geschapen, dan kwam de woningbouw aan bod. Op basis van het plan Mulock Houwer werden enige annexaties verricht zoals delen van Noorddijk, Hoogkerk en vooral een groot deel van de gemeente Haren. De grens werd verlegd van het Helperdiepje naar de Esserweg, de huidige grens.

Helperweststraat
Mijn opa Jacob Woudsma, geboren 1875 Nijeholtwolde, Weststellingwerf, overleden 1964 Groningen (Helpman) , woonde op de volgende adressen:
1890 Warfum
1899 Rabenhauptstraat 43 (Wisselwachter SS)
        W.Hoendiep langs de dijk (620) 473 (Beambte SS)
1902 Leeuwarderdeel
       Sophiastraat 2 Groningen
1905 Harlingen gehuwd met Jantje Nijboer
1908 Helperweststraat 11a Haren (Helpman)
1910 Davidstraat 4/4 (Arbeider SS) Groningen
1913 Barestraat 39 Groningen
1921 Helperweststraat 15a (Rangeerder te Onnen) Groningen

Mijn ouders woonden:
04-08-1930 Joh.W.Frisostraat 88a (huwelijk)
19-03-1931 Helperweststraat 27
04-05-1932 Helperweststraat 39
23-02-1935 Helperweststraat 9

In dezelfde straat woont in deze periode meer familie: grootouders Jacob Woudsma en Jantje Nijboer op Nr. 15a ‘vanaf 04-01-1921’ (Oom Geert met tante Klaasje inwonend na 1938), Oom Albert en tante Anna op Nr. 20 (1931) en Nr. 27 (1935).


Helperweststraat; 
gezien naar het noorden, Kramer P.B. 1923 Foto Groninger Archieven



Ik ben geboren op 14 mei 1934 morgens om 4 uur in de Helperweststraat 39 Helpman. Dit is de eerste foto van mij gemaakt:


een kiekje achter het huis Helperweststraat 39.


tante Dina (links) bij het Sterrenbos-Heereweg


de hekjes van de Helperweststraat

Mijn vader was in bezit van een Getuigschrift van de Groninger Chauffeur School gevestigd in de Kleine Molenstraat 5 te Groningen d.d. 1 Febr. 1926.Ondergeteekende J.W.T.H.Hüsemann Instructeur aan genoemde School Verklaart dat H.Woudsma onder zijn leiding een cursus heeft gevolgd als Chauffeur-Monteur . Is in staat een “Automobiel ” te bedienen en te besturen, alsmede de voorkomende storingen te verhelpen, dan kleine reparatie’s verrichten. HÜSEMANN’s AUTOMOBIELBEDRIJF ALLERSMASTRAAT 2-4 TEL.3591 GRONINGEN